Aardrijkskunde


Samenvatting voor B1f


paragraaf 3.3: Gevolgen migratie.
A  Er zijn gebieden die een grote aantrekkingskracht hebben en waar veel mensen naartoe gaan.
Als mensen weg gaan uit hun land heet dit land een vertrekgebied, waar mensen aankomen heet een vestigingsgebied.
 
B Economische gevolgen hebben te maken met geld en werk.
Culturele gevolgen zijn gevolgen voor de taal,godsdienst en gewoonten van een groep mensen.


C De 'beste' mensen gaan naar een beter land om meer te kunnen verdienen. Daardoor kan in het vertrekgebied minder worden verdiend. Maar het kan ook goed zijn, want mensen sturen geld op naar familieleden die het slechter hebben.
 
D In het vestigingsgebied doen migranten werk dat mensen uit dat land niet willen of kunnen doen. Als mensen met verschillende culturelen met elkaar samenleven noemen we dat een multiculturele samenleving.

Paragraaf 3.4: Nederland

A Je kunt de mensen in Nederland verdelen in drie groepen: autochtonen, allochtonen en buitenlanders.

B Maar ook in de groep allochtonen zijn er verschillen. Zo spreken we van westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen.

C Sommige mensen komen naar Nederland om geld te kunnen verdienen, zoals de gastarbeiders. Anderen komen naar Nederland als vluchteling uit een land waar ze niet konden blijven vanwege oorlog of onderdrukking.

D Ook gaan veel mensen weg uit Nederland. Omdat ze in het buitenland gaan werken of studeren, of omdat ze teruggaan naar hun geboorteland.

Begrippenlijst 3.4:
Autochtonen: als allebei de ouders uit Nederland komen.
Allochtonen: als een van de ouders of degene zelf in het buiten land is geboren.
Buitenlander: Is iemand die niet een Nederlandse nationaliteit heeft.
Westerse allochtoon: iemand die uit het westen komt.
Niet westerse allochtoon: iemand die niet uit het westen komt.
Gastarbeider: iemand die tijdelijk hier komt werken.
Vluchtelingen: iemand die door geweld of onderdrukking naar een ander land wil.

SO paragraaf 2.1 en 2.2 klas B1c

Veel te laat, ik weet 't. Maar het kon even niet anders.

Hoe zit de aarde in elkaar?  In het midden van de aarde zit de aardkern. Daaromheen zit magma, kokend heet gesteente. Wij leven op de aardkorst. De aardkorst 'drijft' op de kokende magma. Het magma beweegt, en de aardkorst beweegt mee. Daarom is de aardkorst gescheurd in grote stukken, aardplaten. Oceanische platen zijn zwaar en liggen laag. Continentale platen zijn niet zo zwaar en liggen hoger.

De aardplaten kunnen op deze manieren bewegen:

1. Naar elkaar toe. Als ze tegen elkaar opbotsen ontstaat een gebergte.

2. Van elkaar af. Dan ontstaat een gat in de schil en kan magma naar buiten komen.

3. De ene aardplaat schuift onder de andere.

4. Langs elkaar heen.

Als platen langs elkaar heen bewegen ontstaan aardbevingen. Hoe hard de grond beweegt wordt gemeten met de schaal van Richter. TIP: Kijk even goed naar het plaatje in je boek, en zoek even goed uit wat een trog en een rug zijn!

EXTRA: KIJKEN! Het klokhuis over aardbevingen.


Wat is een vulkaan? Als er een gaatje in de aardkorst ontstaat, kan het kokende magma onder de aardkorst naar buiten komen. Het gat in de aarde wordt een krater genoemd, de gang naar het magma de kraterbuis. Als de magma uit de vulkaan is gekomen wordt 't lava genoemd. Als het is opgedroogd is lava erg vruchtbaar.

Vulkanen ontstaan vooral op plekken waar aardplaten naast elkaar liggen. Want daar zit een 'scheur' in de aarde, en door die scheur kan magma naar boven komen.

EXTRA: dit zie je als een vulkaan doorzaagt. En dit is een spreekbeurt over vulkanen. Wil je nog meer info? Kijk dan hier en hier.

 

 

SO paragraaf 2.1 en 2.2 klas B1f

Vooraf: kijk naar de aantekeningen in je schrift en naar de uitroeptekens in je werkboek!

1. Klimaten
A. Bij de evenaar is het altijd warm omdat de zonnestralen niet worden verspreid, dus veel zonnestralen op één plek. Ook is de afstand die de zonnestralen afleggen kort, dus koelen ze niet af.
B. Regen ontstaat als lucht omhoog gaat. Hoe hoger de lucht komt hoe meer die afkoelt. Koude lucht kan geen vocht vasthouden. Dus gaat het regenen (stijgingsregen).
C. Een tropisch regenklimaat heeft deze kenmerken:
* Je vindt ze bij de evenaar.
* Het is er altijd warm.
* Er valt veel regen.
* Er is veel plantengroei.
Aan de randen van het tropisch regenklimaat vind je savannen. Een paar maanden regent het er veel, dan weer niet.
D. De gemiddelde neerslag en temperatuur in een gebied noemen we het klimaat.

EXTRA:
Het klokhuis over het tropisch regenwoud.

2. Droge klimaten
A. Gebieden die zo droog zijn dat er niks kan groeien heten woestijnen. Er zijn rivieren waar soms jarenlang geen water staat, en heel even wel. Dat heet een wadi.
B. Hoe komen mensen in zo'n gebied aan water?
* Water uit vochtige gebieden naar droge gebieden brengen.
* Een rivier kan door de woestijn stromen, zoals de Nijl.
* Water uit de grond pompen of uit een oase halen.
* Zeewater veranderen in drinkwater door het zout eruit te halen.
C. Aan de rand van woestijnen valt wat meer regen. Daar kunnen sommige planten groeien. Die gebieden noemen we steppen.
D. Hoe ontstaat droogte?
*Als lucht naar beneden komt wordt de lucht warmer. Die lucht kan goed vocht vasthouden. Dus valt er geen regen.
* Soms is er geen zee in de buurt om de lucht vochtig te maken.
* Als de wind altijd naar de zee waait kan er geen vocht in de lucht komen.

EXTRA:
Het klokhuis over woestijnen.

Samenvatting cursus 1

Op een kaart staat:
<!--[if !supportLists]-->1.          <!--[endif]-->De titel (naam)
<!--[if !supportLists]-->2.          <!--[endif]-->Noordpijl (wijst naar het noorden)
<!--[if !supportLists]-->3.          <!--[endif]-->Legenda (uitleg)
<!--[if !supportLists]-->4.          <!--[endif]-->Schaal (verkleining)

Reliëf (hoogteverschil)
<!--[if !supportLists]-->-      <!--[endif]-->Hoogtecijfers
<!--[if !supportLists]-->-      <!--[endif]-->Hoogtelijnen
<!--[if !supportLists]-->-      <!--[endif]-->Kleuren

Schaal
1 cm. Op de kaart is in het echt 25.000 cm.

<!--[if !supportLists]-->1.          <!--[endif]-->Meten
<!--[if !supportLists]-->2.          <!--[endif]-->Aantal cm’s x schaal
<!--[if !supportLists]-->3.          <!--[endif]-->Streep twee nullen weg (meters)
Streep vijf nullen weg (kilometers)

Atlas:
<!--[if !supportLists]-->1.          <!--[endif]-->Overzichtskaarten (gebied) à namenregister
<!--[if !supportLists]-->2.          <!--[endif]-->Themakaarten (onderwerp) à zakenregister